top of page
  • Ann Cools

Een magische nacht onder het noorderlicht

Sneeuw kraakt onder mijn laarzen terwijl ik verderop ronkende motoren hoor. Sneeuwscooters staan klaar om ons naar the middle of nowhere te brengen. Daar brengen we de nacht door in een houten chalet zonder enige vorm van luxe en daar hebben we een heel goede reden voor: het noorderlicht.

 
 

De avond valt vroeg in het hoge noorden; het is immers nog maar laat in de namiddag en de zon is al lang verdwenen achter de horizon. Een beetje onwennig kruipen we op de stalen ros. Sturen blijkt niet evident te zijn met vier paar handschoenen aan, maar uitdoen is geen optie bij een temperatuur van -30°C. In de inmiddels totale duisternis rijden we door het grote niets van Zweeds Lapland.

Tijdens de wintermaanden komt de zon maar enkele uren per dag boven de horizon piepen.

Na een klein uur van hobbels, putten en laaghangende takken ontwijken, arriveren we lichtjes onderkoeld bij de wildernishut. Het is gelegen aan een meer dat in deze tijd van het jaar onder een dik pak ijs ligt. Door de grote open vlakte en de afwezigheid van lichtvervuiling is het een uitstekende plaats om de aurora borealis, oftewel het noorderlicht, te bewonderen.

In de chalet is geen stromend water en elektriciteit. Bovendien staat de hut al enkele dagen leeg waardoor het binnen even koud is als buiten. Dat geldt ook voor het toilet, dat zich buiten in een houten hokje bevindt. De thermometer wijst intussen op een pijnlijke -34°C. Er zijn gelukkig wel open haarden in de meeste vertrekken en die worden bliksemsnel aangestoken. Terwijl we ons zo dicht mogelijk tegen het knisperende vuur neerzetten, maakt onze gids een gat in het meer om water te verzamelen voor het avondmaal. Vervolgens zet hij de olijfolie – die volledig bevroren is – naast ons voor de open haard.

Enkele dagen voor de scootertocht naar de wildernishut was het ‘nog maar’ -10°C.

Langzaam aan verspreidt de warmte zich over de woonkamer. Handschoenen en donsjassen vliegen eindelijk uit terwijl we van een hete kop chocomelk genieten. Niet veel later volgt het avondmaal: spaghetti met een simpele tomatensaus die heerlijk smaakt na het koude ritje. Wat meer en meer lijkt op een gezellig onderonsje wordt abrupt onderbroken door hét sleutelwoord van de avond: ‘aurora!’.

Het is onze gids die door de aangeslagen ruiten een groene zweem heeft gespot. Zo vredig als het net nog was, zo chaotisch is het nu. Snel even naar buiten gaan is er immers niet bij in Lapland. Statieven en laarzen vliegen in het rond terwijl iedereen zijn eigen materiaal bij elkaar zoekt. Het duurt even voor je twee jassen, een extra broek, extra sokken, sneeuwlaarzen, drie paar handschoenen en een muts hebt aangetrokken. Lijkend op een wandelende berg kleren loop ik naar buiten. De angst om het spektakel te missen, neemt alle voorzichtigheid weg en ik glijd snel door de sneeuw naar het lager gelegen bevroren meer.

Waar we allemaal op gehoopt hadden, speelt zich nu af voor onze ogen. Verwachtingen worden overtroffen wanneer groene, rode en paarse lichten langzaam en elegant door de donkere hemel dansen. Miljoenen sterren schitteren op de achtergrond, een bijna surreële ervaring. Oh’s en ah’s ontsnappen ongecontroleerd uit onze monden wanneer het noorderlicht zich tot boven onze hoofden en achter de hut uitstrekt.

Anderhalf uur later doven de lichten langzaam uit. Mijn statief heeft het begeven door de kou en ik besluit om terug naar binnen te gaan. Nu pas merk ik hoe koud mijn voeten en handen zijn door het lange stilstaan. Terwijl ik voor de haard zit, wordt de tintelende pijn in mijn vingers alsmaar heviger. Dit valt écht niet te vergelijken met onze Belgische winters.

Om mijn lichaamstemperatuur opnieuw op peil te krijgen, vergezel ik de anderen in de sauna, het enige luxueuze aan ons verblijf. Nagenietend van het overdonderende schouwspel waarop we eerder getrakteerd werden, glijden alle gedachten van me af. Door het aangedampte raam kijk ik uit over het meer en zie ik hoe het noorderlicht opnieuw opflakkert. Vanavond heb ik één van mijn grootste dromen zien uitkomen.

Na een gezellige avond bij de haard zoekt iedereen zijn kamer op. Sommigen hebben een bed, anderen slapen op een matras op de grond. Wetend dat de haardvuren zullen uitdoven, houden we een deel van onze kleren aan vooraleer we in de warme slaapzak kruipen. De kou eist zijn tol en al snel verzinken we in een diepe slaap, waarin we dromen over het noorderlicht boven magisch Lapland.


Related posts

bottom of page