top of page
Ann Cools

Roadtrip door winters IJsland

Aardse kleuren en bizarre patronen tekenen het landschap dat even onherbergzaam als sprookjesachtig is. Een subtiele rimpeling siert het vredige water van de zee, terwijl mosterdgele en mosgroene landtongen steeds dichterbij komen. Niet veel later is het zover: we zijn geland op planeet IJsland.

 
 

Land van superlatieven

Land of Fire and Ice. En van desolate landschappen, krachtige watervallen en gitzwarte stranden. IJsland is na het Verenigd Koninkrijk het op één na grootste eiland van Europa, ongeveer drie keer zo groot als Nederland. Het is het meest westelijk gelegen en dunst bevolkte land met een populatie van amper 350.000 mensen, waarvan meer dan de helft in de hoofdstad Reykjavik woont. Op wereldschaal heeft IJsland de laagste criminaliteitscijfers en het hoogste aantal muziekgroepen. Het is het enige land dat in hoge mate gebruik maakt van geothermische energie om huishoudens, industrieën en hele steden van elektriciteit en warmte te voorzien. 


Een uniek land dus, niet in het minst door de uitzonderlijke natuurverschijnselen die bezoekers het gevoel geven dat ze op een andere planeet zijn beland. Het verbaast dan ook niet dat IJsland een razend populaire bestemming is geworden in de afgelopen jaren. Elke zomer zakken duizenden toeristen van over de hele wereld af naar dit unieke eiland, maar hoe is het er in de winter? Dat ontdekten wij tijdens onze roadtrip langs de befaamde Ringweg. 



Storm(loop) in de Golden Circle

Het weerbericht voorspelt weinig goeds: een storm trekt over het zuiden en zuidwesten van het land en belooft rukwinden tot 130 kilometer per uur. Dat is genoeg om kinderen omver te blazen en ook volwassenen hebben dan moeite om rechtop te blijven staan.


Op de rand van de Keriðkrater merken we hoe de wind in kracht is toegenomen sinds we het hotel verlieten, een voorbode van de storm die zijn opmars maakt. De dieprode kleur van de aarde in combinatie met het pluizige, bijna neongroene mos, geven het landschap een buitenaardse toets. De ijsvorming op het meer maskeert de helderblauwe kleur die we hadden verwacht, al doet het uitzicht niet onder voor het klassieke, zonnige plaatje.


Bizar mooie kleuren bij het Kerið kratermeer.


Reizen tijdens het laagseizoen heeft zo zijn voordelen: minder toeristen en dus ook goedkopere accommodatie en vliegtickets. Dat is in IJsland ook het geval, al is het populaire zuidwesten, beter bekend als de Golden Circle, nog steeds drukbezocht tijdens de winter. Zo rijden auto’s en volle toeristenbussen af en aan bij de beroemde watervallen Seljalandsfoss en Skógafoss. Een bezoekje aan deze highlights gaat steevast gepaard met minstens enkele tientallen toeristen die druk in de weer zijn met fotograferen of vaker nog met selfies nemen. Ik vraag me af of er nog momenten zijn dat je plekken als deze voor jezelf kunt hebben. 


De stalen trap die ons naar het hoogste punt van Skógafoss leidt, op zestig meter hoogte, davert terwijl we de ene rukwind na de andere te verwerken krijgen. Ik kijk naar beneden, tussen de treden, klamp me vast aan de reling en begraaf mijn gezicht diep in mijn kraag. Elke ontmoeting met een tegenligger mondt uit in een spelletje non-verbale krachtpatserij: wie zet een stap opzij voor wie? Wie is bereid zijn lot kortstondig in de handen van een onvoorspelbare kracht te leggen, met het risico op lachwekkend of zelfs pijnlijk gestuntel? Ik leg meer dan eens de duimen en gooi dan maar mijn zieligste puppyblik in de strijd. Best overtuigend zo blijkt, zeker in combinatie met die vervelende loopneus. Eenmaal boven zien en horen we nog veel meer van de gigantische hoeveelheid water die hier elke seconde naar beneden dendert. Aan de andere kant van de berg staat een handvol schapen te grazen; hun lange haar wappert ritmisch en bijna glamoureus mee met de wind. 


Het gevecht tegen de elementen neemt buitensporige proporties aan bij Dyrholaey Arch, een in zee uitstekende kaap van honderd meter hoog. We parkeren op wandelafstand van het uitkijkpunt en zien andere reizigers diagonaal tegen de beukende wind in lopen. Autodeuren gaan moeizaam open, terwijl anderen wanhopig uit het raam turen. Wij besluiten het erop te wagen en begrijpen algauw waarom anderen het na een paar minuten voor bekeken houden. Mijn rugzak vliegt van mijn schouder, mijn muts van mijn hoofd, en mijn hele lijf wordt met de wind mee geduwd. Alsof een onzichtbare hand een harde duw geeft en mijn voeten in de war stuurt, zo verloopt de korte wandeling naar het uitkijkpunt.

De wind dringt brutaal binnen in mijn neus. Leunend tegen de onzichtbare, wispelturige hand schuif ik voet voor voet dichter bij de reling om de omgeving te fotograferen; tegelijkertijd houdt mijn partner mij vast zodat ik niet word weggeblazen. Het schemert en het is onmogelijk om de camera stil te houden. Maar eerlijk is eerlijk; ik heb er plezier in. Onderhevig zijn aan de kracht van de natuur, terwijl je diezelfde natuur bewondert om al haar schoonheid, dat is toch geniaal?



Buitenaards

Vijftig tinten onheilspellend grijs in de lucht en voor ons een zwart strand met diamanten van ijs in alle vormen en formaten. We zijn in Jökulsárlón, een plaats die bij veel mensen een belletje doet rinkelen. Het is dan ook een uniek spektakel: grote stukken ijs breken af van de gletsjer en drijven vanuit het meer richting zee, waar ze vervolgens door de golven aanspoelen op het strand. Alleen de aquablauwe kleur in de ijsschotsen verraadt dat we niet in een zwart-wit film zijn beland. 


Eens voorbij de Golden Circle hebben we het eiland voor onszelf, zo lijkt het althans. Steil uit de zee rijzende kliffen, ruige bergen, diepblauwe lagunes, gitzwarte stranden, dramatische luchten en minder toeschouwers om dit alles mee te delen. Ik geniet van het onderweg zijn. Een roadtrip door IJsland is heilzaam: een streling voor het oog en een zegen voor de ziel.


1. Abstracte patronen in een vulkaankrater. 2. Diamond Beach in Jökulsárlón. 3. Indrukwekkend schouwspel bij Skógafoss.



Rijdend langs de oostfjorden en door de bergen verandert het landschap zienderogen. Witte bergtoppen, roze lucht en wij in onze 4x4 die, gewaarschuwd door glinsterende ijsplekken, tergend traag de ene haarspeldbocht na de andere aansnijden. De koude lucht begroet ons hartelijk tijdens elke kortstondige pitstop, ze blaast ons warm ingeduffeld lijf en verwonderde geest nieuw leven in. 



Zodra we de afdaling inzetten, zien we in de verte onze eindbestemming van vandaag: Borgarfjörður eystri, een dunbevolkt fjord in het diepe oosten van IJsland. Restaurants en hotels kun je op één hand tellen in dit slaperig dorpje. Bovendien zijn de meesten gesloten in deze tijd van het jaar omdat er te weinig toeristen zijn. Ook de supermarkt werkt op halve kracht en opent slechts drie keer per week zijn deuren. Vandaag niet. We rijden langs alle cafés en restaurants die we online vinden – op een kwartiertje zijn we helemaal rond – maar helaas. We nemen genoegen met de diepvriesmaaltijd die Ragnar, onze host bij guesthouse Blabjorg, voorstelde: aardappelpuree met rode koolsla en vispannetje of kotelet. Oh en het is happy hour, dus bestellen we er nog een paar ciders en biertjes bij. In de zomer is het een uitgelezen plaats om te hiken, tijdens de winter de perfecte plek voor een dampende avond in de hottub. Je hoort het klotsende water van de fjord terwijl sneeuwvlokken je neus kriebelen. 



Via dezelfde kronkelende weg laten we dit exclusieve plekje achter ons om verder richting het noorden te gaan. Feeërieke taferelen glijden voorbij. Keurig in een rij groeiende naaldbomen maken plaats voor een gletsjerrivier die met het schijnsel van de zon fluctueert tussen innemend kristalblauw en helder aquamarijn. De ringweg leidt ons dieper het binnenland in waar we in een maagdelijk witte omgeving belanden, een woestijn van sneeuw. We zijn miniatuurmensen, cruisend op het oppervlak van een rijkelijk gedecoreerde slagroomtaart. Aan de ene kant massieve bergen tot zover het oog reikt, aan de andere kant de zon die net over de horizon straalt en onder onze voeten de wind die kronkelende stralen poedersneeuw over de weg jaagt. Is dit echt? 


Winter in IJsland: to go or not to go?

Barre weersomstandigheden, afgezette wegen, onbereikbare bezienswaardigheden: dit alles pleit niet in het voordeel van een winterse roadtrip. Toch is het perfect mogelijk om ook in het minst voor de hand liggende seizoen door IJsland te reizen, en daarbij niet afhankelijk te zijn van tourbussen die dagelijks vanuit Reykjavik vertrekken. 

Met een flexibele ingesteldheid en voldoende voorbereiding kan je fantastische herinneringen overhouden aan je IJslandse winterprik. 

1. Wees je ervan bewust dat het weer roet in het eten kan gooien, meer nog: ga uit van het worst case scenario en bedenk mogelijke alternatieven. Gezien het lager aantal toeristen, hebben hotels meer ruimte en is de kans groot dat je langer kan blijven als dat nodig is. Volg het weerbericht dagelijks op via https://en.vedur.is/ en de toegankelijkheid van de wegen via http://www.road.is/.

2. Laat je gezond verstand spreken. Minder bekende trekpleisters hebben minder en soms zelfs geen faciliteiten zoals aangelegde paden, sneeuwruiming, trappen of toezicht. Heb je geen klimijzers of ijshouweel? Doe jezelf een plezier en daal dan niet af naar die canyon, hoe hard je er ook naar uitkeek.

3. Boek je accommodatie in het oosten en andere meer afgelegen plaatsen op voorhand. Veel kleinschalige lodges en guesthouses sluiten de deuren tijdens het laagseizoen en snel naar de volgende bewoonde plaats rijden, is niet altijd mogelijk door gladde wegen. 

4. Spring binnen bij de lokale supermarkt zodat je in geval van nood altijd eten en drinken bij de hand hebt. Kou lijden is één ding. Voeg daar honger aan toe en zelfs de vrolijkste mens op aard ontaardt in een onhebbelijk stuk chagrijn. 

5. Huur een 4x4 met spijkerbanden. De ringweg ligt er grotendeels goed bij, maar bij aanvriezende sneeuw of een tochtje over ongeruimde wegen ben je blij dat je een beetje dieper in de buidel hebt getast. 

6. Ga verder dan de Golden Circle! Dat geldt eigenlijk ook voor reizen tijdens de zomer. Het unieke karakter van IJsland leer je nog veel beter kennen voorbij de bekende trekpleisters en het massatoerisme die zij teweeg brengen. 

Omarm de wisselvalligheid en de onvoorspelbaarheid die IJsland met zich meebrengt. De buitengewone landschappen krijg je er gratis en voor niks bij.


Je komt ogen te kort tijdens een roadtrip in IJsland.



Comments


Related posts

bottom of page